In december 1895 startten mecanicien Václav Laurin en boekhandelaar Václav Klement, beiden fietsferventen, met de fabricage van fietsen van eigen design onder de patriotische naam Slavia, typisch voor de nationalistische sfeer van het eind van de 19de eeuw.                                      

Een paar jaar later, in 1899, begon de Laurin & Klement Co. de productie van motorfietsen die zeer succesvol waren en verschillende overwinningen boekten in diverse races. Na wat experimenteren rond de eeuwwisseling werd de productie van motorfietsen, vanaf 1905, geleidelijk vervangen door de productie van auto's.

Net als bij de motorfietsen, was de 1e Laurin & Klement automobiel, de Voiturette A, een compleet succes. Het werd later het typevoorbeeld van de Tjechische automobielklassiekers. Het gaf zeer snel aan het bedrijf een stabiele positie binnen de groeiende internationale automobielmarkt zodat het snel op grote schaal kon produceren.

Het productievolume groeide gestaag en oversteeg snel de mogelijkheden van een private maatschappij. In 1907 startten de oprichters met de overgang naar een beursgenoteerd bedrijf. Het internationaal karakter van ŠKODA werd steeds pertinenter. De productiecapaciteit werd constant uitgebreid en na 1914 namen ze eveneens deel aan de productie voor het leger.

Door de nationale economische ontwikkeling werd, in de jaren 1920, een joint venture met een sterke industriële partner noodzakelijk om de maatschappij te moderniseren en te versterken. Zij produceerden toen verschillende types van auto's, vrachtwagens, bussen, vliegtuigmotoren en landbouwmachines. 1925 betekende de fusie met ŠKODA Co uit Pilzen het einde van het handelsmerk 'Laurin & Klement'. In het begin van de jaren 1930 werd de automobielbusiness terug georganiseerd als een aparte joint-stock maatschappij binnen de ŠKODA Group (Automobile Industry Co., ASAP). Na de crisis maakte de maatschappij een doorbraak met de ŠKODA Popular.

De Duitse bezetting van 1939 tot 1945 zorgde voor een grondige verstoring van de geschiedenis van het bedrijf dat ingelijfd werd in de industriële structuur van het Duitse Rijk. De burgerlijke productie werd onmiddellijk beperkt en de productie verminderd tot een minimum.

In de golf van grootschalige nationaliseringen die volgde onmiddellijk na het einde van de oorlog werd het bedrijf, in 1946, een staatsonderneming met de naam AZNP. Binnen de politieke en economische veranderingen bekwam het het monopolie voor de productie van personenwagens.

Gebaseerd op de traditionele productieprocessen en de succesen uit het verleden, slaagde de Tsjechoslovaakse economie er in om, in het post-socialistisch tijdperk, gedurende verschillende decennia een relatief goed niveau te behouden ondanks de veranderingen door de planeconomie en de inspanningen voor een overdreven snelle groei. Deze standaard werd enkel in vraag gesteld op het einde van de jaren zestig als gevolg van de nieuwe technologische ontwikkeling in het Westen. De permanente stagnatie van de economie begon in de jaren 70 en trof ook de autoproducent uit Mladá Boleslav, ondanks zijn leidende positie op de Oost-Europese automobielmarkt. De productie begon slechts opnieuw te stijgen bij de introductie van de ŠKODA Favorit in 1987.

Na de politieke veranderingen van 1989, en in een nieuwe markteconomie, begonnen de Tsjechoslovaakse regering en het management van Škoda hun zoektocht naar een sterke buitenlandse partner wiens ervaring en investeringen het mogelijk moesten maken de internationale competitiviteit van het merk voor lange termijn veilig te stellen. In december 1990 besloot de regering om te gaan samenwerken met de Duitse Volkswagen Groep. De ŠKODA – Volkswagen joint venture startte op 16 April 1991 onder de naam ŠKODA, automobilová a.s., en werd zo het vierde merk binnen de Volkswagen Groep naast VW, AUDI en SEAT.